maandag 4 november 2013

Oké, mijn ogen lusten dus geen chips

Ik weet niet of je je ooit al eens hebt afgevraagd of het mogelijk is om een kruimel van een lief, klein, schattig pickleschipje in je oog te krijgen? Wel, het antwoord is ja. En weet je, je hoeft er niet eens voor uit je zetel te komen. Zo lag ik zondagavond met de beentjes in de lucht te chillen in mijn veel te korte, harde en smalle sofa toen ik plots gigantisch veel zin kreeg in een heerlijk zakje chips. Aangezien ik niet de grootste fretzak van het gezin ben (wat een verrassing, I know), prijsde ik mij ontzettend gelukkig toen ik tussen de Leo's, Oreo's en vervallen Chokotofs nog een groengeel pakje Croky's aantrof. Niet mijn favoriete merk, maar bon, de kans dat mijn smaakpapillen, die nog maar net de strijd hadden verloren tegen veel te veel, overvettige frietjes, het verschil zouden merken, was even onbestaande als een verrassingsbezoekje van een roze olifant met een vuurspuwende draak op zijn rug.
Daar lag ik dan te genieten in mijn zetel, terwijl het ene chipje na het andere gretig zijn weg vond naar mijn kwijlende mond. En plein public houden we ons (meestal) in, maar eender wie die in complete isolatie pickleschips eet, geeft toe aan de onweerstaanbare drang om het kruidenlaagje er eerst met zijn tong af te likken om uiteindelijk het wak geworden chipje te laten smelten in zijn mond. Dankzij de ontspannen sfeer die onlosmakelijk verbonden is met een zondagse tv-avond, slaagde ik erin om de volle zes (!) chipjes op deze manier op te peuzelen, tot mijn geduld er samen met het gevoel in mijn tong vandoor ging en ik geen andere oplossing zag dan mijn tandjes uiteindelijk mee te betrekken in mijn vreetbui.

Ik acht het nog altijd onmogelijk, maar precies op het moment dat ik vol overgave de grootste chip van het pakje in twee bijt, schiet een kruimel los om uiteindelijk recht in mijn oog te belanden. "Niets aan de hand", was de gedachte die ongeveer anderhalve seconde domineerde, tot de pickles binnendrongen in mijn oogbal en er een zeker plezier in vonden om mijn oogwit kleurrijker te maken dan mijn iris. Als ik dacht dat het ontsmetten van een schaafwonde de dichtste benadering was van het woord 'pikken', dan heb ik gisterenavond een soort kennis vergaard die ik liever nooit had opgedaan. En ik kon niet eens een schattige pleister van Poohbeer inzetten om de pijn te verzachten. Nee, liters water heb ik in mijn oogje moeten kappen om de concentratie aan pickles (en uiteindelijk ook aan uitgelopen mascara) te verminderen. En nu, een dag later, is mijn iris nog steeds jaloers op het bijzondere kleurenspektakel dat mijn oogwit onwaarschijnlijk aantrekkelijk maakt voor menselijke aandacht. Om nog maar te zwijgen over de blauwe plekken die ik heb opgelopen door halfblind naar de kraan te lopen.

De belofte om nooit nog pickleschips te eten, heb ik na 23 minuten alweer verbroken. Wel blijf ik voortaan sabbelen tot mijn tong eraf valt, koop ik picklesvriendelijke mascara en ga ik nooit meer uitgestrekt in de zetel liggen terwijl ik chips eet (uiteraard blijft zitten aanvaardbaar). Tegelijk ben ik de Heer ontzettend dankbaar voor het gloednieuwe inzicht in mijn eigen lichaam: mijn ogen lusten geen chips. Of toch niet met pickles.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten