donderdag 31 oktober 2013

Vampier in pyjamavacht


Wat ik zo geweldig vind aan Halloween? Hmm, dat is een moeilijke! Wat dacht je van euhm... niks?

Pompoenen uitsnijden? Niet meer sinds de 11-jarige geniepige ik een poging ondernam om oma's pronkstuk der (soep)pompoenen een leuk gezichtje te geven en werd betrapt doordat mijn achterlijke aardappelmesje zo nodig vast moest komen te zitten in het vruchtvlees.

Gecrepeerde haren? No effing way dat ik 365 dagen per jaar (sorry, 'elke dag' klinkt gewoon zo easy) alle niet-werkende trucjes uit de kast haal om mijn van nature halfgecrepeerde haardos in toom te houden om dan die ene dag te moeten liegen over hoeveel moeite en tijd het mij toch heeft gekost om mijn anders zo makkelijk handelbare krullenbol voor een keer volledig los te laten gaan.

Oranjegekte? Zolang er geen schattige Hollanders in de buurt zijn en oranje niet transformeert in roze, is er geen gecrepeerd haartje op mijn hoofd dat er aan denkt om mijn oranje-afstotende lijf in een outfit des doods te wurmen.

Valse spinnen? Alsof wij vrouwen niet vanop kilometers afstand zien dat die achtpotige griezels zo fake zijn als de borsten van Nicki Minaj. Waarom we ons keelgat dan telkens opnieuw openzetten? Beleefdheid, heren, pure beleefdheid.

En toch kon ik het niet laten om mijn met bloed besmeurde vampire face te bombarderen tot FB-profielfoto van de week. Alleen waren mijn bedoelingen misschien niet zo griezelig als verwacht. Tussen alle supersexy duckfacejes, oude kinderfoto's en lebberende koppeltjes door miste ik gewoon iets op mijn favoriete sociaalnetwerksite: een ode aan mijn meest geliefde outfit, de pyjama. Zoals mijn allerliefste brother beir, zussie en Kieke tot hun grote ergernis kunnen beamen, is er immers geen kledingstuk ter wereld waar ik de dagen liever in slijt dan mijn pyjama. Eenvoudig motiefje: check, comfy elastiekje rond de belly: dubbelcheck, makkelijk uitwasbaar voor eender welke drank- of eetvlekken: vijfenzeventigdubbelcheck. Uit vrees dat de wereld nog niet klaar is voor 'margi pinky in pyjamas', zag ik echter geen andere oplossing dan Halloween even te misbruiken door de bloedvlekken en vampieroogjes in te zetten als ultieme afleidingsmanoeuvre. Missie geslaagd, denken we dan. Maar euhm, we houden dat tussen ons, hé!

Ieuw, jak, bah, hoe lelijk is dat?!


Is het omdat ik de jongste ben en mijn eerlijk verkregen titel van belangstellingzoekende aandachtshoer voor eeuwig en altijd wil voeren? Of doe ik het om mijn gebrek aan zelfvertrouwen te compenseren, om de focus subtiel te verleggen, mijlenver weg van mijn duizenden gebreken, tekortkomingen en onzekerheden? Nou, ik ben er nog niet helemaal uit. Feit is wel dat daar waar mijn overoprechte vrienden, welbespraakte kennissen of compleet onbekende vreemdelingen doorgaans denken: "WTF is dat nu weer?!", mijn hele lijf meestal siddert en beeft tot er maar één gedachte domineert: "OMG, ik-móét-dat-hebben. Nu!"

Mijn Kieke mocht mij nog duizend keer zeggen dat, als ik die salopet dan toch zo nodig wilde aandoen, ik maar beter meteen wat onkruid kon gaan uittrekken: ik bleef het dragen en kocht mij nog een tweede exemplaar. En hoe vaak ik de vraag "hoeveel beesten heb je daarvoor afgeschoten?" nog mocht horen: mijn uitermate zachte, maar o zo fake berenvachtjasje bleef winters lang paraat staan om het bloed in mijn ijskoude lijf opnieuw harder te laten stromen. En of die vreemde vrouw aan het zondagse kippenkraam mijn ene anderskleurige nagel nu kinderachtig vond of niet: ik verdedigde het kleurenspektakel op mijn vingers met heel mijn hart en deed de volgende keer exact hetzelfde, maar dan nog een tikkeltje opvallender.

"Ieuw, jak, bah! Dat is echt lélijk, Inge!" Oh jawel, ook mijn fel geliefde, bling bling, übercoole handband (hand bracelet volgens de fashionista's) krijgt het dezer dagen hard te verduren. En pas op, ik begrijp dat ergens wel hoor. Zo is ie allesbehalve praktisch. Typen, schminken, eten, autorijden, het wordt hem allemaal nogal gauw te veel. Zelfs bewegingsloos op een stoel zitten zonder dat ie van mijn hand schuift, is een quasi onmogelijke opdracht. Komt daarbij nog eens kijken dat hij groenbruin uitslaat zodra mijn pollekes iets te hard zweten. En eerlijk, toen ik hem daar zo zag liggen in de juwelenwinkel (lees: trashy prullenshop), zag ik ook niet onmiddellijk de perfecte handlanger (ha-ha) in hem. 

Maar OMG, zodra ik doorhad dat zijn nut ligt in het feit dat hij helemaal geen nut heeft, werd ie minstens zo onweerstaanbaar als een in ketchup gedipte chicken nugget. Als ik bovendien zie hoeveel warmte, gezelschap en genegenheid hij mijn immer verwaarloosde, naakte rechterhand schenkt, word ik overvallen met eenzelfde soort ontroering als de zeldzame keren dat ik een nylonkous aantrek zonder er met mijn ongevijlde nagels meteen een ladder in te trekken. En daarom heb ik besloten dat mijn lieve, hippe, nieuwste hebbeding mag blijven, hoeveel verwijten en subtiele uitlachpraktijken we samen ook nog moeten doorstaan. Parce que nous, c'est fort. Pour toujours et à jamais.

[Oh ja, ik denk dat ie het inderdáad geweldig zou doen als boksijzer... Just saying, you know! ;P]

woensdag 16 oktober 2013

Mijn drie kinnen en ik op fotoshoot

Chocolade? Niet meer dan 100 gram per dag (tenzij de vervaldatum akelig dichtbij komt of mijn vetmestende zus een nieuwe lading overheerlijke pralines heeft gefabriceerd). Sport? Minstens drie keer per week (tenzij het toevallig begint te (mot)regenen als ik op het punt sta om te vertrekken of de kat net dan mijn sportschoenen heeft gebombardeerd tot favoriete speeltje). Ontschminken? Elke avond voor ik in mijn nestje kruip (tenzij ik zo moe ben dat ik eindig met tandpasta rond mijn ogen en ontschminker in mijn mond). En water? Minstens vijf flesjes per dag (tenzij ik zoveel chocolade heb gegeten ter compensatie van het eindeloze verdriet om de 'uitgestelde' sportsessie dat mijn maag me zelfs de puurheid van H2O ontzegt).

Pralines net niet zo groot als de afschuwelijk gore puisten op mijn kin

Zoals jullie kunnen lezen, m'n allerliefste lieverdjes, neem ik elke goede raad, elk levensreddende advies of elke tip, hoe miniem ook, om afschuwelijk gore puisten te voorkomen, voor de volle honderd procent au sérieux. En waarom? Compleet voor niks. Net op de dag dat ik eens geen marginale selfie moet maken om me een beetje fotomodel te voelen, maar professionele fotografen (*) staan te wachten (of toch eentje) om mijn in roze gehulde lijf op de gevoelige plaat vast te leggen... BAM: twee gigantische puisten onder mijn lip, groot genoeg om zelfs mijn net ontwaakte zelve even te doen twijfelen of ik de dag ervoor ook al drie kinnen had. 

Uitpitsen? "Nee gij, mag je nooit doen!" En ze er met mijn samuraizwaard afsnijden is naar 't schijnt ook niet zo'n geweldig idee. Zat er natuurlijk niets anders meer op dan een hele stofwolk over mijn gezicht te laten razen, gecombineerd met een wonderbaarlijk laagje fond de teint, voldoende dik om mijn driedubbele kin weg te toveren, net niet dik genoeg om ook mijn ogen en neus geheel onzichtbaar te maken. Dan kom ik ter plaatse met in mijn onzekere hoofd het voorzichtige vermoeden dat ik er nu wel voldoende presentabel uitzie, jupla, stond de schminkster al met haar borsteltje te zwaaien om mijn gezicht nog wat extra bij te poederen. Mocht iemand zich ooit al hebben afgevraagd of zenuwen die verstopt liggen onder een schminklaag van minstens 20 centimeter nog steeds intact zijn, het juiste antwoord is "ja".

Grote lefgozer als ik ben, durfde ik de foto's uiteindelijk (nog) niet zelf te bekijken, maar als ik de fotograaf mag geloven, zat er wel "iets bruikbaar" tussen. Als mijn driedubbele kin nog geen geldig argument was om mijn hoop te vestigen op een verantwoord gebruik van een beetje Photoshop links en rechts, deed zijn opmerking die hoop naar ongekende hoogtes reiken. Al was er ook bijzonder goed nieuws. Zo had ik de perfecte uitvlucht om mezelf die avond te trakteren op een vijfdubbele portie chocolade, door te spoelen met 87 liter warme chocomelk. Met de laag schmink die op mijn gezicht lag, moest ik mij de komende 65 dagen immers niet langer zorgen maken over het onverwachte bezoek van enkele schattige puistjes. 


-------
(*) No worries, cutie pies, mijn FB-pagina zal binnenkort niet volstaan met onherkenbare, overgeposeerde, duckfacekiekjes van mezelf. Wel werden de foto's genomen voor mijn gloednieuwe (!) job, waar ik jullie (hopelijk zo snel mogelijk) veel meer over vertel. Oew yeah, I'm excited!!

zaterdag 12 oktober 2013

"Dat ik zijn hart had gebroken", verweet hij mij

Van alle ex-liefjes was hij ongetwijfeld diegene die ik het liefst nog eens tegen het lijf wilde lopen, uiteraard op een dag dat ik er toevallig adembenemend uitzag. Volgens het inschattingsvermogen van de 13-jarige ik, was hij immers de knapste jongen met wie ik ooit wat had gehad. Kwam daarbij nog eens het gigantisch grote voordeel dat wij nooit meer waren geweest dan onschuldige kampliefjes. En zoals we allemaal weten, zijn dergelijke babyrelaties hooguit te klasseren onder de noemer scharrels: geweldig tof om de 10 à 12 dagen vooruit te laten vliegen. Lang niet tof genoeg om plots deel te gaan uitmaken van je echte leven. Althans, zo dacht ik toch.

En daar stond hij dan een tijdje geleden in de luchthaven, met zijn rug naar me toe, maar zo herkenbaar. Er zijn nu eenmaal van die kontjes die je nooit uit je geheugen krijgt, zelfs al zou je er moeite voor willen doen. Zeker niet wanneer de onweerstaanbaarheidsfactor in het proces naar meer mannelijkheid alleen maar is toegenomen. Hij was alleen, ik was alleen. Geen nieuwe liefjes dus die ongemakkelijk rondjes zouden beginnen draaien bij het aanhoren van onze afschuwelijk saaie, "dat waren toch nog eens tijden"-smalltalk. Ondanks mijn onflatterende maar o zo praktische vliegoutfit, warrige krullenkop en totaal onschattige slaapoogjes, stapte ik met een schijnbaar zelfzekere blik op hem af. "Hé jij, lang geleden!", opende ik clichégewijs, "Ken je me nog?" Hij lachte. "Alsof ik jou ooit kan vergeten", antwoordde hij met een nog groter cliché. Dat ging goed.

En dan plots, geheel uit het niets, een monoloog over hoe ik als allereerste vrouw ooit zijn hart in duizend stukken heb gebroken, over hoe hij uren bij zijn mama heeft uitgehuild toen ik na het kamp alle contact verbrak en over hoe ik onze toekomst, die hij al helemaal had uitgestippeld, aan diggelen had geslagen. Geschrokken van zijn openbaring, was een ontwijkende "haha, doe toch eens normaal" het enige wat ik over mijn lippen kreeg. Hoe kon hij nu liefdesverdriet gehad hebben als de 13-jarige ik hem nog niet eens had toegestaan om zijn tong in mijn strot te rammen? Gelukkig wacht een vliegtuig nooit, wat me de perfecte uitvlucht gaf om me snel weer uit de voeten te maken.

Uiteraard bleef ons gesprek nog even nazinderen in mijn hoofd. Bijna zadelde ik me zelfs op met een enorm schuldgevoel, tot ik plots besefte dat mijn gevoelige kampliefje eigenlijk een ongelofelijk grote geluksvogel was. Amper 13 was hij toen hij al leerde dat gevoelens niet altijd wederzijds zijn, hoe graag je iemand ook ziet, of denkt te zien. Dat, ondanks je eigen goede en serieuze bedoelingen, geen enkele relatie per se eeuwig duurt. En dat je compleet machteloos bent zodra jouw 'grote liefde' plots geen zin meer heeft om met jou verder door het leven te stappen. 

Ik was 17 toen ik voor de eerste keer een liefje toestond om bij mij thuis 'naar de vissen te komen kijken', gewoon omdat ik voelde dat hij die ene was met wie ik de rest van mijn leven wilde delen. Vijf jaar later ga ik er nog altijd van uit dat onze relatie alles overleeft, zolang onze liefde maar sterk genoeg blijft. Dat er niemand op deze aardbol beter bij mij past dan hij en wij bijgevolg altijd samen zullen blijven. En dat onze toekomst, die de voorbije vijf jaar beetje bij beetje meer vorm kreeg in mijn hoofd, ook werkelijk zal plaatsvinden, maar dan nog duizend keer beter, mooier en romantischer.

En als dat niet gebeurt? Dan zal ik waarschijnlijk hetzelfde doen als hij: uithuilen bij mijn mama. En ik zou wensen dat ik op een leeftijd was waarop ze me nog konden troosten met belachelijke smoesjes als "je bent nog veel te jong voor een serieuze relatie" en "er zijn nog genoeg vissen in de zee". En ik zou dat geloofd hebben. Toen toch.

dinsdag 8 oktober 2013

Op uitstap naar het pretpark: altijd een beetje lijden

Kriebels in de buik: fantastisch, vettig eten: formitastisch, de helft van de dag tegen topsnelheid ondersteboven hangen: gigaformitastisch! Oh jawel, een daguitstapje naar het pretpark is altijd dolle pret. Na een afwezigheid van 10 jaar heb ik me vorige zomer dan ook voorgenomen om voortaan minstens een keer per jaar de rollercoasters te trotseren. Aangezien de oktobermaand alweer is aangebroken en alle voornemens er zijn om gerespecteerd te worden (op uitzondering van de dieetgerelateerde uiteraard), trok ik zondag met de allerhipste bende van 't land richting Walibi.

Uiteraard hebben we ons geweldig hard geamuseerd, maar veel belangrijker zijn de gigantisch interessante zaken die ik alweer heb bijgeleerd om mijn overlevingskansen in de toekomst (nog) groter te maken.

* Te vermijden: euforische gelaatsuitdrukkingen op het moment dat een jonge, mannelijke, niet onknappe pretparkverantwoordelijke voorovergebogen voor je staat, met zijn hand in de buurt van je kruis. Voor je 't weet worden ze vastgelegd op de gevoelige plaat en kan je een halfuur aan een stuk op alle mogelijke manieren proberen uit te leggen dat het ritje in de Dalton Terror jou NIET naar je hoogste punt heeft gebracht, figuurlijk dan.

*Kom je net uit LA en heb je daar een bezoekje gebracht aan de Universal Studios en genoten van de allernieuwste animatietechnieken? Ga dan nooit, maar dan ook nooit naar een 4D-fimpje kijken in een Belgisch pretpark. Tenzij je net hebt gegeten natuurlijk en alles wat wil laten zakken. Een dutje doen valt dan weer af te raden, of je moet het opwindend vinden om te worden wakker gemaakt door een veel te harde waterstraal recht in je linkerneusgat...
  
* Wie net als ik ongeveer de helft van een dagloon neertelt omdat hij/zij te stijf is om over de hekken te klauteren, wil uiteraard van de eerste tot de laatste minuut in het pretpark rondhangen. Afschuwelijk plan. Niet dat 8 uurtjes in rollercoasterland niet te overbruggen vallen. Nee, de miserie begint daarna pas. Na een hele dag ondersteboven te hebben gehangen met je darmen tot in je keel, wil je immers zo snel mogelijk tot rust komen en in je bed duiken. Een onmogelijke opdracht. Zodra je het waagt om nog maar één oog halfdicht te doen, vlieg je alweer tegen topsnelheden door de ene scherpe bocht na de andere. Zo goed je de mottigheid overdag de baas kon, zo hard zal je 's nachts teruggepakt worden. En wees maar zeker dat in het donker alles erger lijkt.
 
* Een vrije val van 77 meter, de verdrinkingsdood tegemoetzien in kramakkelige boomstammetjes of tegen 80 km/uur over enkele houten balkjes razen: hoe gekker, hoger, sneller en angstaanjagender de attracties, hoe harder we doorgaans genieten. Zolang deze vier elementen gecombineerd worden althans. Op 45 meter hoogte zo traag rondjes draaien dat zelfs een kraanwerker hoogtevrees zou krijgen in een verroest bakje, bengelend en krakend van de wind, voldoet hier dus niet aan. Kwestie van de schaamte nog een flinke boost te geven, delen ze dat reuzenrad nog onder bij de kinderattracties ook. Als ik één ding heb geleerd na mijn dagje Walibi is het wel dat ik geen kind meer ben. Zeker weten.
  

donderdag 3 oktober 2013

Talk dirty to me (en misschien trouwen we wel)


Was me dat even verslikken in mijn vanillepuddinkje toen ik de nieuwe van Jason Derulo gisterenavond op de radio hoorde. Na het nogal expliciete 'Dirty Talk' heeft Mister 'Ik brul graag mijn eigen naam in elke song' maar liefst 5.693 stappen overgeslagen door zijn liefje plots ten huwelijk te vragen in  zijn gloednieuwe, (gigantisch melige) 'Marry Me'.

Sinds ik heb ontdekt dat fluiten geen zak helpt als je bang bent in het donker (Samson is een dikke leugenaar), besef ik dat je songteksten niet al te serieus mag nemen. Maar een vent met lipstick stamps on his passport die plots de romantische ziel gaat spelen met een geweldig huwelijksaanzoek... Nowp, ik zie het niet. Echt niet.

Het ligt ongetwijfeld volledig aan mezelf, maar zodra ik de woorden "Will you mary me?" uit de mond van Jason -Sixpack- Derulo hoorde vloeien, verplaatste ik mij even naar zijn grote dag, waar ik hem, oog in oog met liefje Jordin Sparks, vol overtuiging de volgende woorden hoorde uitspreken: "I, Jason Derulo (al zingend uiteraard), take you, Big Booty, to be my beloved wife". Zijn getuige kwam intussen een stapje dichter en neuriede zachtjes: "Your booty don't need explaining. All I really need to understand is: Will you talk dirty to me?" Hoe geloofwaardig kan een huwelijksceremonie eigenlijk nog worden?


Ondanks mijn bekrompen visie over het bijzondere liefdespad van Jason Derulo, ben ik hem stiekem ontzettend dankbaar. Als de overgang van dirty talk naar een huwelijksaanzoek zo snel gebeurt, zit ik immers perfect op schema. Ik weet niet hoe dat bij avontuurlijke, gigahitsige, supersexy  koppels zit, maar de pogingen tot een voorzichtig staaltje dirty talk monden bij mijn Kieke en ik vooral uit in eindeloze slappelachbuien. De kans dat hij de eerstkomende jaren op zijn knieën gaat, is volgens de wet van Derulo dus bijzonder klein. En maar goed ook. Welke jonge vrouw wil nu voor haar dertigste aangesproken worden met mevrouw?

Bovendien bevestigt Derulo mijn eerdere vermoeden dat dirty talk niet is weggelegd voor koppels die al jaren lief en leed delen, maar dat het eerder een vorm van entertainment is voor passionele minnaars en eeuwige flirters.  Of denk je dat het toeval is dat liefje Jordin Sparks wél de hoofdrol speelt in de 'Marry Me'-videoclip, terwijl ze in 'Talk Dirty' schaamteloos wordt vervangen door een horde overgeile, kontschuddende dames? Nein man! 

Uiteraard zullen er honderden avontuurlijke, gigahitsige, supersexy koppels klaarstaan om mij het tegendeel te bewijzen. Nou, ik geloof ze toch niet. Zelfbescherming noemen ze dat. En intussen blijven we onze dirty skills bijschaven. Voor je het weet, staat de grote drie er toch en voelen we die drang om in een witte jurk naar het altaar te stappen toch plots opborrelen. De eerste die het zal aandurven mij een mevrouw te noemen, mag zich nu al voorbereiden op een klap van mijn sjakos.

woensdag 2 oktober 2013

Quality time met de kettingzaag


Een thesis die maar niet afgeraakte, vier maanden Sydney, drie weekjes LA... Ik weet dat jullie bezorgd zijn en zo, maar voor zij die net als de tientallen voorgangers nog van plan zijn de o zo geweldig populaire vraag te stellen, hier alvast mijn antwoord: "Nee, ik heb mijn Kieke niet veel gezien de laatste tijd. Maar ja, ik ben bereid daaraan te werken. Beloofd. Echt waar."

Met het goede voornemen op mijn handpalm geschreven (snelle vergeter, je weet wel), stuurde ik hem maandagmiddag een sms'je met de eenvoudige vraag: "Quality time?" Om hem een idee te geven van de activiteiten die ik in gedachten had, zette ik er nog een dikke, vette knipoog achter (en nee mams, het is niet wat je denkt). Ondanks die boot van een gsm, moet ik van mijn Kieke nooit snel een antwoord verwachten. Behalve maandag dan. Nog voor ik kon controleren of mijn berichtje al was afgeleverd, liep zijn respons al binnen: "Oké, kom maar af. En trek iets aan dat vuil mag worden..."

"Hmm, interessant", dacht ik bij mezelf (nee mams, nog steeds niet wat je denkt) en ik repte me naar mijn kleerkast. No way dat ik één van mijn roze outfits zou laten besmeuren. Sportkledij daarentegen kan meestal wel tegen een stootje (en wordt op die manier ook eens gedragen). En zo werd de meest afschuwelijke, kakikleurige joggingbroek uit mijn kast genomineerd tot kledingstuk van de dag, of toch van de namiddag. In combinatie met een gratis reclameshirt en bruinachtige pull met stoere kap, zag ik er slechter uit dan de meeste celebrities zonder make-up. Maar bon, eens je vijf jaar samen bent, kijk je heel af en toe wel eens verder dan het uiterlijk. Omdat ik daar zelf geen snars van geloof, had ik voor de zekerheid toch wat cosmetica losgelaten op mijn gezicht.

De nieuwsgierigheid moet gigantisch geweest zijn, want ik durfde het zowaar aan om tot in vierde (!) versnelling te schakelen tijdens de rit naar het grootste boerengat ter wereld . En daar trof ik hem dan aan, mijn Kieke, gehuld in een nog lelijkere outfit dan de mijne. Al was er iets heel anders dat mijn aandacht trok.

- Schaaat, waarom ligt er een kettingzaag in het gras?
* Ahaa, omdat wij gaan hout zagen!
-  Haha, tuurlijk... Wat gaan we nu doen?
* Ik zeg het toch: hout zagen.
- Meent gij da nu?!
* Jij wilde toch nieuwe dingen leren?
- Ja, nuttige dingen. Niet iets wat je sowieso aan je vent kan doorspelen.

Vijf jaar geleden zou hij het nooit gedaan hebben, maar nu negeerde hij mijn gezaag (ha-ha-ha) compleet en hij stapte richting werktafel met ernaast een gigantische stapel houten balken die schreeuwden om in stukken gezaagd te worden. En daar stond ik dan, met mijn oor- en oogbeschermers in de hand, te wachten tot hij het bevrijdende "moppiiiieee" zou uitschreeuwen. Maar het bleef stil. "Shit, zeg", dacht ik bij mezelf, "'t is voor serieus deze keer." 

[Nou, hij moet echt niet denken dat ik zijn slaafje ga spelen. Ik heb wel wat beters te doen... ...Hmm, ik kan precies niet direct iets bedenken. Maar toch: ik ga niet helpen! NIET zeg ik!*]

...

[Och, even helpen, is nu ook weer niet zó erg. En met een beetje geluk verbrand ik ondertussen nog wat calorieën.... Eigenlijk heeft samen klussen wel iets romantisch, niet? In een film zou het sowieso op een plezierige manier eindigen...]

- I'm in, babe!
* Super! Geef mij die houten balken maar aan en stapel de gezaagde stukjes op elkaar.
- Kan ik nog de babykarweitjes uitvoeren ook. Geweldig! 
* Zaag jij dan, hé. 

Slechtste. Plan. Ooit. Niet alleen had ik geen flauw idee hoe ik dat ding aan de praat moest krijgen (waarom heeft een kettingzaag dan ook én een beveiliging én twee startknoppen?!), ik geraakte gewoon niet door die balk heen. Het beste dat ik eruit wist te halen, was een sneetje van amper twee centimeter dat bovendien nog eens verschikkelijk scheef zat. Alsof de afgang nog niet groot genoeg was, besloot de kettingzaag zich ook nog eens tegen mij te keren door plots opvallend veel rook te produceren.

- Sech kip, wat zou je ervan denken om terug te wisselen?
* Strak plan.

En ik hielp met een big smile verder. Blij om het bewijs dat ik absoluut niet kan zagen. Euforisch om het gevoel dat ik met niemand op deze aardbol mijn stommiteiten liever deel dan met mijn Kieke. Maar geen paniek, de volgende keer kies ík hoe we onze quality time invullen. En reken maar dat mijn overvolle, veel te rommelige kleerkast erbij betrokken zal worden.